
Al ’s morgens vroeg begint Bernard te praten over de volgende haven. Nou echt niet. Ik heb Zierikzee nog niet eens bekeken en ik realiseer mij dat Jongens zijn om te gaan en Meisjes gaan om te zijn. Voor hun is de weg het avontuur en voor ons de plaats. Alet die ’s avonds op bezoek komt bevestigt dit van harte en herkent het probleem. Voor haar gaat het ook vaak te snel.
Het waait nog hard en ik ben ook nog moe van de vorige dag. We bakken in de ochtend koek en brood en gaan in de middag boodschappen doen, langs de museum haven scheepjes kijken en naar het maritiem museum. Het museum zit in een oude gevangenis en sommige kamers hebben een voor mij niet zo’n prettige sfeer vooral in de martelkamer krijg ik het koud. Wegwezen dus. Het gebouw is verder prachtig, je krijgt er zeker waar voor je geld. O.a. mooie rode met meekrap geverfde wol. Uit een beetje verkeerde zuinigheid koop ik het boekje hierover niet, daar heb ik in de avond spijt van. De rest van de middag zit ik lekker achter mijn spinnewiel.
Andre en Alet komen in de avond aan boord, alle materialen die ik over had hebben de reis uit het noorden overleefd en die gaan weer met Alet mee. Dat scheelt een tas. Met de heerlijke fles wijn die we van Kees en Marjo kregen voordat we op reis gingen vieren we deze gezellige avond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten