Bij het wakker worden weten we het. De zomers is al weer voorbij, het waait gewoon hard en uit de verkeerde hoek. Eenmaal buiten wordt ons schip een speelbal van de golven. Onze weg naar het noorden volhouden zou uren motoren zijn tegen wind en golven. We besluiten terug te gaan naar de Grote Belt. Makkelijker gezegd dan gedaan. Een uur lang varen we met fok en motor terug naar de vogelpraatpaal om daar de Grote belt in te draaien. De wind trekt diepe kuilen in het water zodat ik soms niet meer weet wat de boven of de onderkant van de golven is. Ondanks goede voorzorgsmaatregelen weten toch enige voorwerpen in de kajuit het luchtruim te kiezen en ziet mijn maag alle streken van het kompas, maar houdt zich tot onze grote verbazing goed.
Eenmaal de hoek om wordt het nog niet gelijk veel beter. Met wind en golven op de kont is ervaren stuurmanskunst vereist. Soms kijkt mijn kapiteintje mij smekend aan voor een kopje koffie, helaas ben ik niet te vermurwen ik wil best sturen maar geen haar op mijn hoofd die er over piekert binnen koffie te gaan zetten. No way.
Later in de middag gaat de wind wat liggen en doen we ons tegoed aan een stuk lekkere Hollandse kaas. Ik ben gesloopt. We gaan aan een ankerbal liggen in de Kerteminde Bocht. Dicht onder de wal met uitzicht op het bos. Niet dat ik er veel van zie, ik val op de bank als een blok in slaap. Wat ben ik toch een watje van een zeevrouw. Ook na het avond eten kruip ik met mijn boek in bed, ik heb het even helemaal gehad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten