Na een heel goede nachtrust
worden we allemaal fris en fruitig wakker. Na het ontbijt willen we op weg maar…
helaas. Alle bruggen in Makkum hebben last van een computer storing.
Het wachten duurt lang en we
doodden de tijd met Jatzé en zwemmen.
Dat gaat natuurlijk met het nodige: jij gaat er eerst in, nee jij en
v.v. Het duurt een hele poos. Er moet van alles eerst in het water. Een
reddingsboei, een fender om eruit te klimmen. De diepte moet zorgvuldig
gemeten, de handdoeken drie keer opnieuw
gerangschikt en dan nog een hoop gekissebis wie eerst gaat en hoezo, waarom en
toch niet. Maar de camera is geduldig en uiteindelijk kwam het er toch van. En
ze genoten.
Toen gingen ineens de bellen
op de brug rinkelen, ha nu gaat het gebeuren. Maar nee de experts waren
inmiddels zover dat de bellen het weer deden. Om te laten zien hoe knap ze
waren hebben we hier de eerste 2 uur naar geluisterd. Toen kwam er nog een
knappe kop bij en ging de brug steeds open en dicht, ook leuk maar niet als je
er door moet . Uiteindelijk werd het half drie
en waren we 4 handige jongens verder voor we weg konden.
Inmiddels waren er aan boord turkse knopen gemaakt. Toch zijn
we nog niet onder de indruk van de padvinders kwaliteiten van onze logees. Wat
niet is kan nog komen. Ze zijn wel heel goed in het zeil hijsen en dat was maar
goed ook, want er stond niet alleen veel wind, er zijn ook veel bruggen in
Friesland. Zeil omhoog en zeil naar beneden….. en toen sloeg het noodlot
opnieuw toe. Voor een brug hadden we geen schroef meer. We waaiden in het riet
en schoven richting brug, gauw een anker ervoor en uiteindelijk lagen we stil.
Bernard zijn oude kleren aan en in de vetput om de schroefas te repareren. Als
we net een nieuw nautisch projectje onder handen hebben voel ik de boot opeens
bewegen. Het anker houdt niet en we koersen richting brug. We raken hem net,
niets aan de hand. We krijgen nu wat lijnen op het remmingswerk en opeens komt
er een man van een schip aan de overkant ons helpen. We leggen het probleem uit
en hij fluit op zijn vingers naar zijn zeil maat en roept: “Henk gevalletje
schroefas.” Henk springt op en komt
eraan. Beide bleken monteurs te zijn en voor we het wisten stond Bernard buiten
de machine kamer en keek ik van boven af de machinekamer in naar geweldig
stratemakers decolleté dat na een paar goeie brullen riep dat het er weer in
zat. Dat bleek ie altijd zo te doen, zei
Henk. Ze werkten duidelijk veel samen. De één gaf goede aanwijzingen de ander
was de uitvoerder. Voordat we het wisten was de klus klaar en konden we verder varen.
Geweldig dit soort mensen, je
hebt ze nog wel maar je ziet ze zo weinig. Onze logees waren er ook van onder
de indruk..
Ook de brugwachter is uiterst
behulpzaam, wacht geduldig tot we ons schip weer achter het remmingswerk vandaan
hebben gemanoeuvreerd en doet dan snel de brug voor ons open.
Kortom je hoeft je bij de
familie Kok nooit te vervelen. We moeten al onze avonturen natuurlijk wel in
één week proppen, dat snap je.
We varen door naar IJlst en
meren daar af. De jongen hebben inmiddels het zwemvirus te pakken, voor het
eten nog even snel een duik, na het ritueel van reddingsboei en dieptemeten
natuurlijk. We eten wat later dan gebruikelijk maar het gaat er goed in.
Precies rond tienen is er rust in de tent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten