We vertrekken net iets te vroeg uit Wangeroog. Helaas niets van het eiland verder gezien. De dienstregeling van de trein op papier is een andere dan de werkelijkheid. Op het wantij lopen we vast en we wachten even.
Daarna is het een schitterende tocht langs de oostpunt van het eiland waar de rollers uit zee nog binnenlopen en langs het onbewoonde eiland Minseneroog naar de Jade. Het is vriendelijk weer en alles gaat onder de Fok.
Daarna is het een schitterende tocht langs de oostpunt van het eiland waar de rollers uit zee nog binnenlopen en langs het onbewoonde eiland Minseneroog naar de Jade. Het is vriendelijk weer en alles gaat onder de Fok.
De prikkengeul is grillig maar zeer de moeite waard. Op de Jadebusum hebben we nog stroom mee. We twijfelen of we om 19.00 uur de sluis van Hooksiel nog zullen halen. Bovendien is het dan toch nog een paar mijl land inwaarts en al met al wordt het dan toch wel erg laat.
Ondanks dat het boek Nordseekueste von Cuchaven bis Den Helder van Jan Werner geen lovend woord over heeft voor het plaatsje Horumersiel of te wel Wangersiel besluiten we daar te overnachten.
Hoe lang de schrijver hier al niet is geweest weten we niet maar zijn verhaal kunnen we niet bevestigen.
De mensen zijn er alleraardigst. Ze helpen met afmeren en als de havenmeester komt om af te rekenen vraagt zij vriendelijk of we een beetje voor of achteruit kunnen. Verder is de stroom en het water gratis, staan er boven aan de dijk fietsen voor als we naar het dorp of de douches willen. In de avond is het feest omdat er de volgende dag een regatta is, ook wij zijn van harte welkom in de feesttent. Havengeld is 12 euro.
Van de gratis stroom maken we gelijk gebruik om een broodje te bakken en na het eten gaan we ons gezicht laten zien in de feesttent.
De echtgenoot van de havenmeester vraagt of we met pensioen zijn, zo ja, dan mogen we bij hem op het bankje zitten, als ik uitleg daar nog niet bij te horen vindt hij dat mijn grijze haren genoeg zijn.
In de tent is ook een dia presentatie van de vorige wedstrijd, natuurlijk met daaromheen de echte zeebonken verhalen, die naarmate het bier vloeit vanzelf overgaan in de zogenaamde sterke verhalen. Discussies over de stroom aan de linker of rechter oever, boeien die gerond moeten worden en grootzeilen en spinakers. Ze gaan er helemaal voor.
Inmiddels wordt mij duidelijk dat de haven 3 verenigingen telt, die echter alle 3 hetzelfde tarief hanteren,lekker makkelijk iedere passant kost hetzelfde. De plaatselijke benzine pomp brengt op verzoek je diesel aan boord, niks gesjouw met jerrycans en de plaatselijke supermarkt doet ook niet moeilijk.
Aan de kopse kant van het steiger hebben we een prachtig uitzicht over het Wad en de paal waar je de stekker voor de stroom in stopt heeft een tafeltje met gaten, daar past je bierglas in, het is de zogenaamde ouwehoer paal. Helaas vergeten er een foto van te maken.
Nee waar de haven zijn slechte naam aan te danken heeft, wij hebben het niet kunnen ontdekken. Maar het "Buckler" effect is voor de mensen daar wel te merken en beslist onverdiend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten