Ze huppelen in hun te grote korte broeken, spillebeentjes, crocs en oranje zwemvestjes over het steiger. Gewapend met schepnetjes en emmertje op krabbenjacht. Er horen zelfs speciale kreten bij, een soort van indianen kreten maar dan voor krabben. Ze vinden het heerlijk als ze er eentje te pakken hebben, maar dan zitten er ineens wel heel veel poten aan en wordt papa geroepen, die is groot en sterk en haalt hem voor je uit je netje . Papa is trots en zou het liefste meegaan in het spel van de krabbenindianen, maar hij wordt geroepen en wachten hem andere taken vindt moeders.
Verder onder de goud gekleurde trommelstokken van de Lemmeraken rollen de errrrrrs gezapig rond, vader zit in z’n badjas de kater te verwerken van een avondje met bevriende mede zeilers en moeders leest privé. Je moet iets om van het Gooische op de hoogte te blijven.
Een jongetje komt mij zijn vlieg laten zien, hij zit al de hele dag op zijn duim. Hij mist een pootje of ik weet hoeveel pootjes een vlieg heeft. Volgens mij zijn het er zes. Of de vlieg heel even op de boot mag zitten, dat kan. Niet gerust dat ik er ook ernstig op ga letten komt hij de vlieg weer halen. Ik vertel hem dat hij vast heel bijzonder is als de vlieg speciaal hem uitkiest om uit te rusten. Hij knikt instemmend. Papa staat inmiddels de krabben te vangen en hij buigt zich over het wel en wee van de vlieg. God waar blijft de tijd.
Dan wordt het tijd om de haven te verlaten. De rijen zijn gemiddeld 4 tot 5 schepen dik. Er komt een man aan kant naar mij toe en zegt dat hij wat wil vragen. Zijn intro is dat het een rare vraag gaat worden, zo iemand heeft direkt mijn onverdeelde belangstelling. Ik zeg hem dat rare of domme vragen nooit gesteld worden, dus shoot! Mevrouw hoe komt u hier nou weg? Even komen mijn chartertrekjes boven en wil ik zeggen dat ik ze gewoon allemaal los gooi en er dan met mijn schip overheen spring. Maar Bernard kijkt mij vermanend aan, hij kent mij, en ik geef hem een serieus antwoord. Leg hem uit dat het meestal in goed onderling overleg tot stand komt. En zo gezegd zo gedaan, alle schippers zijn op tijd op hun schepen en zonder schreeuwen of een ander Frans woord komt iedereen de haven uit.
Er staat een behoorlijke bries en ook deze reis zijn onze nautische opvattingen niet helemaal compatible. Hoe overtuig je een man van het feit dat ook hem iets kan overkomen, waarom blijven ze onoverwinnelijk en kan hun nooit iets gebeuren. Wie gaat het oplossen als ze in de plomp vallen de zeilen eraf moeten, de motor gestart en dan ook nog teruggevonden willen worden? Ik, als het even kan. Nou dat “even” kun je wel vergeten . Natuurlijk valt hij niet overboord dat overkomt alleen anderen, ook hij heeft het zwemvest noch de life line echt nodig. Helaas ben ik een schipperskind en weet wel beter.
Dit dispuut zal niet ons laatste wezen ,maar het is verdomd lullig om later te moeten zeggen: I told you so.
Inmiddels waait het een goeie 6 als we op het Wierumer wad aankomen. We besluiten om eerst te ankeren en daarna te kijken of we wat hogerop gaan. Bernard wijst op een zeehond en ik zeg dat zij hier altijd is, ze heet Miezelientje en woont in haar eentje daar op een kleine bult, dat weet je toch van de vorige keren. Hoezo weet ik dat het een meisje is vraagt hij. Nou gewoon, de jongens gaan jagen en het zijn de meisjes die alleen blijven. Wad-else is new.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten