Norderney
Bij het opstaan hoor
ik het al, we blijven hier gewoon nog een dag.
De wind giert nog
steeds door de wanten en de trossen kraken.
Het is nog steeds, in
Misha termen gesproken: Getsie Dikkie Spuug Weer.
We praten nog even
met onze buren van de Siri, zij hebben een vast internet systeem aan boord.
Daar mag ik zo bij inloggen.
En iemand anders
heeft een eigen hotspot bij zich, werkt ook overal. Er zijn dus wel goede
oplossingen voor mijn internet frustratie.
Verder bekijken we
elkaars schepen. Zij wisselen wat zeilen en rond 12.00 uur gaan zij naar zee en
weg is mijn router.
Iedere keer als er
weer een zonnetje verschijnt laait de hoop weer op. Zie je mensen op het
steiger lopen en spreekt men elkaar aan. Ik ben blij dat ik vanmorgen de
beslissing heb genomen, niet uit te varen, die welles nietes onrust is niks
voor mij. Je onderneemt niks en zit alleen maar te wachten.
Ik begin mijn anti
wegwaai kussentjes te maken, kussentjes met een koord en musketonhaak eraan,
die kun je vastzetten en dan kun je opstaan zonder dat je kussentje het ruime
sop kiest.
Dan wordt er op de boot
geklopt en daar staat een man, die naar ik aanneem door zijn vrouw van boord
is gestuurd met de opdracht: "Verzin een list Tom Poes." Hij vertelt ons
ruiterlijk dat ie zich verveelt en dat hij bezig is om mensen op te trommelen
die elkaar leuke zee mans verhalen kunnen vertellen. Het hoeft niet stoer te
zijn, ook geen dijen kletsers, gewoon gezellige verhalen. Dan gaat hij aan de
havenmeester vagen of wij gebruik van de kamer bij het kantoor mogen gebruiken.
Het ultieme camping
gevoel overvalt, met een padvinderachtige blik gaat hij nog meer medestanders
zoeken. Norderney is een akela rijker.
Bernard gaat richting
havenkantoor met zijn pc onder de arm en ik kruip met een boek in bed. Daar
pakt de slaap me en komt er van lezen niet veel. Als ik in de avond nog even
het net op wil is het kantoor dicht. De kroeg ernaast heeft geen ontvangst, komt vast door hun welkoms koe........