vrijdag 1 juli 2011

Dinsdag 28 juni 2011

We haasten ons want we willen 2 Wantijen over, dat lukt heel aardig, soms met de fok en soms met de onderwaterzeilen.
Het blaast behoorlijk. Het is een eindeloze weg van kleine boompjes waar geen einde aan lijkt te komen.

Boompjes in het water
als een slingerende laan
bij vloed ontgaat mij altijd
de zin van hun bestaan
doch als het water
moe van overvloed
zich ten ebbe legt
en het verdronken land 
zich uitrekt langs de geul
dan weet wat het zegt: 
dit bomen laantje
dat wijst mij straks de weg.


Maar we hebben alles keurig op tijd gehaald en gaan voor anker zoals het boek beschrijft.
Als we een uur voor laag weg varen raken we midden in de geul die volgens de kaart hartstikke diep moet zijn muurvast.
Domme pech, we moeten wachten op hoger water en hopen dan flink de vloed mee te hebben naar Cuxhaven. Beetje balen is het wel.


Ondertussen zien we op Neuwerk een hele caravaan met paard en wagen, zeker een stuk of 50, mooi gezicht zo over de waddenplaat. Tegen de tijd dat de vloed komt gaan ze weer terug richting vaste wal. 

Nadat de vloed aardig zijn weg heeft gevonden komt ons schip na kundig heen en werk manoevreerwerk van Bernard weer vlot. De mannetjes van de betonningsdienst  hebben hier toch het een en ander over het hoofd/zand gezien. Op dit moment kun je beter vertrouwen op wat je ziet dan wat de tonnen aangeven. We vinden onze weg naar buiten, zo'n 150 meter van de tonnen.

Eenmaal op de Elbe gaat het vlot met de vloedstroom op de kont. Grote dozen boten en andere gedrochten varen af en aan. Het is hier een drukte van belang. Je vraagt je af wat we allemaal nodig hebben en of dat nou echt allemaal van zover moet komen. Het lijkt wel dat hoe groter de boot is hoe dubieuzer het land van herkomst. Maar ik geef toe, economie is niet mijn sterkste kant. 
Toch is het altijd weer leuk om in havens te kijken naar wat men er maakt en verhandelt. Mooie grote gele onderstellen voor windmolens b.v. of hele grote kranen. Daar kan ik als rasecht schipperskind wel van genieten. Maar wat ik ook zie, Rotterdam blijft voor mij de mooiste haven.


We varen de grote marina in Cuxhaven voorbij en kiezen voor Altenbruch. Een klein haventje net even verder. Even oppassen met invaren, het stroomt een beetje voor de ingang, maar eenmaal binnen lig je heerlijk rustig. Het haventje valt deels droog maar er zijn goede steigers met stroom, wc en douches en een cafeetje op de dijk, met allerhartelijkste mensen. Liggeld een euro per meter en geen toeri belasting, we mogen er gewoon zijn.

Geen opmerkingen: