Gedser naar Gedser
Al heel vroeg
vertrekken diverse schepen. De wind is afgenomen maar nog steeds vanuit de
verkeerde hoek. Dat wordt een dagje de onderwater zeilen aan. We vertrekken
rond half 11, maar ook nu komen we er nauwelijks tegen in. De wind is stukken
minder maar de golven van de vorige dag hebben nog steeds plezier van die wind.
We klappen er steeds in. Na 2 uur dapper doorzetten keren we om en zeilen
achter de fok aan terug naar Gedser.
Het moet wel leuk
blijven.
We gaan op zoek naar
de supermarkt en het treinenmuseum. WE beginnen in het bos naast de jachthaven
en daar blijken heerlijk rijpe bramen de staan. Als twee kleine kinderen komen
we met blauwe lippen en vingers het bos
uit. Oei wat lekker. Deze lekkernij hadden we gewoon verdiend.
Bij de supermarkt
leveren we de lege blikjes en flesjes in, daar zit hier statiegeld op en gaan
dan op weg naar de treinen. Net als we aankomen sluit men de tent. Echt wel
sneu voor Bernard, als troost dan maar een ijsje kopen. In het hele dorp zijn
alle stenen en lantaarnpalen door de plaatselijke breigraffiticlub onderhanden
genomen. Overal hangen breisels in en onder bomen. Ieder stukje beton heeft
zijn eigen kleedje. Die hebben vast nog niet het vaatdoek breien ontdekt. Er is
wel een mooie wolwinkel in het dorp die ik uitgebreid heb bekeken.
Na het avond eten
doet zich een ramp voor. De koelkast wil niet meer open en daar staat ……..
juist….. het bier. Wat we ook doen, mooi niet. Iets in het slot is afgebroken
en er moet een grote schroevendraaier aan te pas komen om hem te openen. Na 6
jaar trouwe dienst en vele stormen verder, zal dit zijn laatste seizoen worden.
Gelukkig kunnen we hem met een wasknijper dicht houden maar of dat bij zeegang
ook werkt?????
Alsof het nog niet
genoeg is, vraagt de strontpomp om extra
aandacht. Onze pleeboy fikst ook deze klus en dan eindelijk kan hij op zijn
krent zitten met een welverdiend biertje.